Aston Martin DB6 MK II, 1969

Terug naar het archief Foto overzicht  -  Technische gegevens

David Brown kocht in 1947 de Aston Martin fabriek. De fabriek was voordien al een keer in andere handen overgegaan en het later fameuze merk speelde vooral een rol in de racerij maar de auto's werden slechts moeizaam verkocht.

De overname door David Brown bracht de grote ommekeer voor het nu tot de verbeelding sprekende Britse merk. De eerste DB "David Brown" Aston Martin was de DB1 uit 1948 die voorzien was van een weinig ravissante vier cilinder motor. Met de DB2 uit 1950 kwam de magie die het merk steeds verder zou uitbouwen. De motoren werden ontworpen door W.O. Bentley die werkzaam was bij Lagonda; ook een onderneming van Brown. De enorme zescilinder lijnmotoren hadden twee bovenliggende nokkenassen en waren voorzien van twee en later drie S.U. carburateurs. In de DB2 en opvolger DB2/4 had de motor een inhoud van 2580 resp. 2922 cc., in de daaropvolgende modellen DB5 en DB6 had de motor reeds een cilinderinhoud van 3995 cc. en een standaard vermogen van 282 pk. Er waren van deze laatste modellen ook speciale "Vantage" uitvoeringen met een vermogen van 314 resp. 325 pk.

De DB5 maakte Aston Martin op slag wereldberoemd als auto van James Bond. Iedereen die de Bond film gezien heeft herinnert zich de DB5 met het opschuivende kogelschild, de "Nock-offs" die uitschuiven en de auto van de slechterikken die ermee doorgezaagd wordt...en vooral...het machtige geluid van de DB5 dat je koude rillingen van opwinding bezorgd.

De DB6 was de laatste zes-cilinder Aston Martin. De wagen was ook leverbaar als cabriolet, "Volante" genaamd, en als "Vantage" met de 325 pk motor.

Technische gegevens

zescilinder motor
cilinderinhoud: 3995 cc
vermogen: 282 pk./ 5500 tpm.
topsnelheid: ca. 225 km/u.


© 2000-2001, V3D/ ClassicarImages. Alle rechten voorbehouden.